Schouderklachten komen zeer veel voor. Het is, na pijn in de onderrug, de meest voorkomende klacht waarmee men zich bij de huisarts meldt.
Schouderpijn moet je aanpakken voordat het chronisch dreigt te worden. Het kan je bovendien enorm hinderen in de uitoefening van dagelijkse bezigheden.
De schouder kan stijf zijn, waardoor bewegen moeilijk wordt. Vaak doet ook de bovenarm pijn. Er kan sprake zijn van uitstraling naar de schouderbladen, nek, elleboog of vingers. Niet zelden gaan schouderklachten gepaard met flinke pijn en krachtverlies. De schouder is, door de vele verbindingen, bij uitstek een gewricht waar iets mis kan gaan. Het heeft een schouderkop, een schouderkom en een schouderblad - en wordt bij elkaar gehouden door pezen, kapsels, banden, slijmbeurs en spieren. Het sleutelbeen hoort ook nog bij de schouder. Tezamen heten zij ook wel de ‘schoudergordel’.
De oorzaak van schouderklachten is meestal gelegen in slecht bewegen. (Boven je macht werken of intensief herhaaldelijk kracht zetten.) De oorzaak kan in het gewricht zelf zitten, maar ook in de spieren. Het kan zelfs uit de nek of de rug komen. Het komt maar zelden voor dat er daadwerkelijk iets stuk is. Vrijwel alle klachten zijn te verhelpen met manuele therapie, vaak beter dan met reguliere fysiotherapie. Daarvoor is geen verwijzing nodig.
Bij een frozen shoulder (ontsteking van het schoudergewricht) is zo’n 60% van patiënten zelfs na een jaar klachtenvrij.